De
Obsessie
A is
van Angst. De angst die Paul voelt.
B is
van Bom. De bom die afgaat als Paul te veel beweegt.
C is van Chalet. De chalet van Kim, waar Paul nu vast zit.
D is van Dood. Het vooruitzicht van Paul is dood.
E is van Eerlijk. Kim zal nooit eerlijk (rechtvaardig) zijn.
F is van Funest. Funest is noodlottig, dat is deze situatie.
G is van Gijzelaar. De gijzelaar is kim.
H is van Handen. De handen van Paul zitten vast.
I is van Insnoeren. Paul is door Kim
ingesnoerd.
J is
van Jaloers. Kim is namelijk erg Jaloers.
K is van Kim. Kim is een van
de hoofdpersonen.
L is van Leuk. Kim vind Paul
namelijk leuk.
M is van Medeleven. Dit
verhaal roept medeleven op.
N is van Nadenken. Paul
denkt na over een ontsnapping.
O is van Obsessie. Kim
heeft een obsessie voor Paul.
P is van Paul. Paul is een
van de hoofdpersonen.
Q
is van Querulant. Volgens Kim is Paul een querulant.
R is van rauwelings. Paul is
namelijk rauwelings.
S is van Stil. Paul moet
heel stil zitten.
T is van terug. Paul wil
terug naar huis.
U is van uit. Het is uit
tussen Paul en Kim.
V is van Verliefd. Kim is
verliefd op Paul.
W is van Weg. Want Paul wil
weg uit het huisje.
X is van XXX Want Kim wil
kusjes van Paul.
Y is van Yes. Want dat zal
Paul nu zeker niet roepen.
Z
is van Zielig. Het is erg zielig voor Paul.